Zoek
Close this search box.

De droom voor waar nemen

c5ee772d98cc73ae6cdf331d70ff6fea_f58Gepubliceerd in InZicht, mei 2013.

Alles is perceptie, zei Don Juan tegen zijn leerling Carlos Castaneda. En: De mens is een waarnemer, maar de wereld die hij waarneemt is een illusie, die in het leven wordt geroepen door de beschrijving die hem vanaf het moment dat hij geboren is wordt bijgebracht. De wereld die hij met zijn verstand in stand wil houden, is dus in wezen de wereld die in het leven is geroepen door een beschrijving met dogmatische, onschendbare regels die door zijn verstand wordt aanvaard en verdedigd. (1)

Of we ons er nu bewust van zijn of niet, of we het nu waarnemen of niet, continue vertellen wij onszelf en anderen het verhaal van de wereld, dat in de kern het verhaal van het (afgescheiden) zelf is. ‘The story of self’ klinkt overal, met en zonder woorden. We zijn er zo van doordrongen, dat het voor het merendeel der mensen absoluut ondoenlijk is het verhaal te zien, laat staan te doorzien (of echt te snappen wat verlichting is).

Allemaal geloven we dat we geboren zijn in een reeds bestaande ‘wereld’, dat er een ‘ik’ in het lichaam woont, of erger nog, dat ‘ik’ het lichaam ben. Ook het geloof in een ziel is in wezen een voortzetting van het ‘ik’, alleen dan wat astraler. Maar of we het nu ‘ik’, ‘mind’ zelf, ego of ziel noemen, het is één pot nat: een afgescheiden entiteit in een concrete wereld, vol met afgescheiden ‘anderen’.

Maya is meesterlijk

De hele dag door definiëren we onszelf, en tegenwoordig kan die impuls middels sociale media als fakebook en het zinloze getwitter nog meer worden uitgeleefd. Virtual reality in een virtual reality. Lachen!

Tegen anderen hardop of zachtjes in jezelf praten over je verleden, opvattingen, angsten, trauma’s, verlangens, hobby’s, relaties etcetera dient ten diepste maar één doel: het overeind houden en bevestigen van het ik-besef, het levend houden van the story of self. Als je al aanneemt dat ‘je’ geboren bent, besef dan wel dat je het hele verhaal van ik en de wereld  aanvankelijk niet kende. Het is je verteld door een niet aflatende stroom goeroes: je mama en papa, eventuele broers en zussen, ooms, tantes, opa’s en oma’s, leraren op school of de club, vriendjes en vriendinnetjes, de media, zangers enzovoorts. Het verhaal klinkt onophoudelijk, en iedereen trapt erin. Maya is meesterlijk.

Iedereen die iets anders beweert dan ‘het verhaal’ wordt of voor gek verklaard of vereerd. In beide gevallen wordt hij of zij uitgeschakeld. We vergeten dat een beschrijving niet meer is dan dat, een verhaal, een stel niet onderzochte aannames. We geloven er zozeer in dat we ons waarlijk bedreigd kunnen voelen als iemand iets zegt wat afwijkt van het gangbare verhaal. Of we maken er iets van in de trant van: ‘Ja, dat is typisch iets wat zo’n mysticus of verlichte zegt. Mooi hè? Kan ik zo van genieten!’. En vervolgens babbelen we in ons hoofd of hardop door in het ik-verhaal.

Door dit alles verstevigt zich de eigendunk. En let wel: jezelf een eikel vinden is net zozeer eigendunk als jezelf een toffe peer vinden. Elk idee van een ‘ik’ is eigendunk. Het gaat altijd om het creëren en in stand houden van een of ander zelf. En als je tot ‘ik’ bent verworden, zul je lijden, je gekwetst of gestreeld voelen, en zul je je de godganse dag met jezelf en (wat) anderen (vinden) bezig houden en denken dat dat leven is.

Eigendunk is de grootste vijand van de mens. Wat hem zwak maakt, is dat hij zich aangevallen en beledigd voelt door de daden van zijn medemensen. Eigendunk maakt dat je je het grootste deel van je leven door iets of iemand aangevallen of beledigd voelt.(2)

Waar je mee omgaat, daar word je door besmet. Aangezien we dagelijks omgaan met ‘believers’ (in the story of self and world), worden we lekker op onze plaats gehouden. Zelfs mensen in subcultuurtjes zitten in hetzelfde kader, al denken ze anders te zijn. Je ergens tegen afzetten is net zo goed de
boel serieus nemen, nietwaar? Vrijwel niemand onderzoekt voor zichzelf werkelijk diepgaand waar hij of zij in gelooft en hoe hij of zij daar aan komt. We hobbelen slaapwandelend door, in de waan wakker en vrij te zijn. Ook dat wordt ons wijsgemaakt: ‘een mens hoort toch…’ , ‘wees toch reëel, want…’, ‘het is toch niet verstandig om…’, ‘iedereen weet toch dat…’ Bla bla bla.

Onze medemensen zijn de zwarte magiërs. Wie zich bij hen bevindt, wordt op slag zelf een zwarte magiër. Sta daar eens bij stil. Kun je afwijken van het pad dat je medemensen voor je hebben uitgestippeld? Als je bij hen blijft, laat je je gedachten en daden voorgoed door hun normen bepalen. Dat is slavernij. De krijger is daar vrij van. Vrijheid is duur, maar het is te doen. Wees dus bang voor je bewakers, je meesters. Verdoe je krachten niet aan angst voor vrijheid. (1)

Probeer het maar eens, werkelijk breken met alles wat voor belangrijk wordt gehouden. Je zult zien dat er allereerst van alles in ‘jezelf’ in opstand komt, en vervolgens, als je je plannen kenbaar maakt, zullen al je ‘geliefden’ er alles aan doen je in het hok te houden. Besef op z’n minst één ding: ‘verstandig’ is een ander woord voor bang. (En er zijn nauwelijks krijgers onder de spirituele zoekers. De meesten zijn softies, maar hebben wel een goed hart en lekkere wierrook of een leuk kettinkje of een mooie mala).

Het innerlijke gebazel

Een kernpunt in het onderricht van Don Juan Matus is ‘het stoppen van de innerlijke dialoog’. En met heel goede redenen. Wat wij waarnemen noemen, is meestal niet meer dan voor waar aannemen wat we al geloven en geleerd hebben. Het meeste is op woorden en overtuigingen gebaseerd, gelardeerd met onverwerkte emotionele energie. Je ziet wat je gelooft. Door het stilvallen van het innerlijke gebazel ontstaat een opening, een stilte, een ruimte waarin dingen kunnen opkomen die eerder geen kans kregen, een niet-weten. De mean little motherfucker gaat zich eerst roeren, maar ook die bestaat grotendeels uit geklets en emotioneel gedoe. Diepere dingen nemen wat meer tijd om boven te komen drijven. Hoe dan ook, als je gaat observeren wat je jezelf en elkaar allemaal wijsmaakt, kon je wel eens ernstig schrikken. Gelukkig nemen we die gelegenheid niet te baat, zijn we veel te bang om wat echt is naar boven te laten komen, en hobbelen we snel weer verder als er al wat twijfel rijst of de dingen wel zo zijn als we denken dat ze zijn.

Als er een eind komt aan de innerlijke dialoog, stort de wereld in, en steken er, als stonden ze tot dat  moment onder zware bewaking van onze woorden, buitengewone facetten van onszelf de kop op. (1)

De hele beweging van ons geloofssysteem is gebaseerd op ‘iemand zijn’, ‘iemand worden’ of ‘iemand blijven’, iets voorstellen in de wereld en dus in de ogen van ‘anderen’. Alles wordt daarvoor gebruikt, zelfs ongelukkig zijn. Ook dat is een identiteit. Het maakt niet uit, zolang we maar iets zijn. Desnoods, als niemand onder de indruk is van ons, terroriseren we onze kat, of een buurkind. Je moet toch jezelf laten gelden, je grenzen aangeven, mondig zijn, je talent  ontwikkelen, je bestemming vervullen… bla bla bla. Het is allemaal van hetzelfde laken een pak: a story of self. Ego als sociaal fenomeen. Ik en de ander. Ik en de wereld. Ik, ik, ik, ik… Ik besta, kijk naar mij, bevestig mij, zie mij, neem me serieus, desnoods in mijn ellende, maar in ‘s hemelsnaam bevestig mijn bestaan! Papa, mama, partner, goeroe, vind je mij lief, slim, sexy, spiritueel, succesvol????

Zucht.

De waan van de wereld

Dus kijk nogmaals hiernaar:

Je hernieuwt je persoonlijke geschiedenis voortdurend doordat je je ouders, verwanten en vrienden alles vertelt wat je doet (en vindt). Een krijger houdt er geen persoonlijke geschiedenis op na en hoeft dus nergens uitleg van te geven. Niemand is dus boos of teleurgesteld over wat hij doet. En bovenal, niemand pint hem vast met gedachten en verwachtingen. (3).

Steeds aan jezelf of anderen vertellen wat je vindt, doet en ‘leuk vindt’ versterkt en vernieuwt de story of self, en dat is nu net de gevangenis! Die ‘self’ is een droomfiguur. Die is onecht, bestaat niet. Ondertussen vertel je ook nog dat je op zoek bent naar vrijheid. Wat een giller! Continue babbel je maar door, praat je jezelf van alles aan, sukkel je in slaap en haal je de riemen waarmee je vastzit verder aan. Je verwanten en vrienden helpen je maar al te graag om je op je plek en in de kudde te houden.

Het is niet zo dat er een ik of zelf is. Die schep en herschep je bij voortduring en zonder het in de gaten te hebben. Slapen heet dat. Wat zo lekker voelt als je een goed gesprek hebt, of een fijne relatie, is dat het ego-bevestigend is. Dan heb je het gevoel: ik mag er helemaal zijn. Ja, inderdaad: je hele illusoire ik, je gevangenis, wordt lekker helemaal serieus genomen: twee (of meer) blinde gevangenen, babbelend over vrijheid, liefde of weet ik wat. Mmm. Het is lekker warm en behaaglijk in die cel, schat ik zo. Take good care of it.

Onze ideeën over liefde zijn veel meer besmet met gevoelens en concepten over betrokkenheid, speciaalheid, eigendom, uitsluiting (exclusiviteit), behoefte, zorgen voor en schuld dan we graag toegeven. We denken dat ‘zorgen voor’ of ‘geven om’ iets belangrijks is, iets van het hart. Maar zorgen voor is enkel betrokkenheid, angst en gehechtheid aan uitkomsten. Het is een misvatting dat we voor dit illusoire bestaan, deze droom zouden moeten zorgen, of dat dingen ertoe moeten doen. Dat genereert enkel zorgen, spanning, verwarring en gevoelens van afgescheidenheid en schuld. Het doet degene om wie we ‘geven’ ook geen goed, het zorgt er alleen maar voor dat het verwikkeld zijn in de droom voor hem of haar doorgaat. Dat is geen liefde. Onze claim van liefde beperkt alleen maar onszelf en degenen die we proberen lief te hebben. (4)

Waar je van houdt, dat houd je gevangen; waar je in gelooft, beneemt je het zicht.

Kortom: wie echt wil waarnemen, zal zich moeten bevrijden van emotionele en mentale overtuigingen, zal van zijn geloof moeten vallen, zich moeten ontdoen van de waan van de wereld en het innerlijk geouwehoer. Wie daar zin in heeft…? Geen idee. Allereerst omdat er niemand is, en ten tweede omdat degene die je droomt te zijn alles wil behalve dat. Kijk maar goed. Je maakt jezelf enkel wijs – door innerlijk en hardop te babbelen – dat je verlichting, waarheid of vrijheid wil. Degene die daar zit te babbelen is onecht, is niet wat je bent, maar ik wed dat je hem niet de hersens inslaat of ondergraaft, dat je snel je droom-ik zult beschermen, en dit artikeltje mag en zal worden afgedaan als weer een mooi of stom stukje in een blaadje dat InZicht heet. Slaap lekker!

1. Carlos Castaneda: Kennis en macht
2. Carlos Castaneda: Het innerlijk vuur
3. Carlos Castaneda: Reis naar Ixtlan
4. David Carse: Perfect Brilliant Stilness

TIP voor alle spirituele krijgers (in spe): koopt Carlos Castaneda’s ‘the wheel of time’, daarin staat de essentie van zijn 8 boeken, en de essentie van krijgerschap. Be a warrior, not a worrier.

Tip twee (veel belangrijker dan tip 1:) : observeer! Bijvoorbeeld waar en hoe je ‘liegt’, ‘manipuleert’, onwaarachtig handelt… Zie super grondig, langdurig en niet aflatend hoe je het leugenachtig ‘zelf’ steeds beschermt en overeind houdt, terwijl je wellicht loopt te beweren waarheid, vrijheid, liefde of verlichting te willen. Ha! Don’t think you do at all. X, h

Deze tekst staat ook in Engelse vertaling op de site, zie het kopje English

In satsang worden dit soort zaken uiteraard ook besproken.

Ja, ik doe mee!